Technology-rich innovation in schools

powered by ods

a resource for European schools
... inhoud / scheikunde zoek | publicaties | team |

Strips
Sub-title goes here

Inleiding

Activiteit 1

  1. Op de website allesoverkanker.be wordt op de vraag of je kanker (of uitzaaiingen) kan opsporen in het bloed aan het einde van 2016 het onderstaande antwoord gegeven: “Neen, met een bloedonderzoek alleen kan een arts geen kankerdiagnose stellen, behalve bij bloedkankers zoals leukemie. Het belangrijkste onderzoek om zeker te zijn of iemand al dan niet kanker heeft, is een biopsie (…). Daarnaast helpen beeldvorming (……) de arts om een diagnose te stellen en om de beste behandeling te kiezen.”
  2. Beschrijf wat een biopsie is.
  3. Welke beeldvormende technieken kunnen worden toegepast in het ziekenhuis. Geef niet alleen de afkortingen, maar ook een korte beschrijving van de technieken.

Activiteit 2

  1. En bij het OLVG in Amsterdam melden ze: “Er zijn zeer veel verschillende soorten kanker en vele daarvan hebben effect op allerlei laboratoriumuitslagen. De meeste van die laboratoriumuitslagen kunnen ook bij andere aandoeningen of zelfs bij gezonde mensen afwijkend zijn. Er zijn maar weinig laboratoriumbepalingen waarvan de uitslagen bewijzend zijn voor een bepaald soort kanker. Laboratoriumonderzoek is wel ondersteunend in samenhang met andere onderzoeksmethoden om een bepaald soort kanker aan te tonen of uit te sluiten. Als eenmaal de diagnose is gesteld, kan laboratoriumonderzoek worden gebruikt om het effect van therapie op een ziekte te volgen.”
  2. In het laboratorium kan naast bloed ook urine worden onderzocht. Er zijn verschillende teststrips om zowel kwalitatief als semi-kwantitatief bijvoorbeeld bilirubine-, eiwit-, glucose-, keton- en nitriet-gehaltes te bepalen. 3. Wat is het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek? 4. Verklaar het gebruik van de term semi-kwantitatief bij het gebruik van teststrips. 5. Bepaal voor bilirubine, eiwit, glucose, keton en nitriet of er één stof bedoelt wordt of ‘groep’ stoffen.
  3. In het laboratorium kan naast bloed ook urine worden onderzocht. Er zijn verschillende teststrips om zowel kwalitatief als semi-kwantitatief bijvoorbeeld bilirubine-, eiwit-, glucose-, keton- en nitriet-gehaltes te bepalen.
    1. Wat is het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek?
    2. Verklaar het gebruik van de term semi-kwantitatief bij het gebruik van teststrips.
    3. Bepaal voor bilirubine, eiwit, glucose, keton en nitriet of er één stof bedoelt wordt of ‘groep’ stoffen.

 

 

Teacher Notes
Engage
Klik voor: Over deze unit


Activiteit 1
In het filmpje komen de volgend ekernbegrippen aan bod:
-
X
- Y
- Z

Activiteit 2
Bij de vergelijkingen kunnen leerlingen extra uitgedaagd worden door te kijken naar:
- X
- Y
- Z

Afsluiting
De les kan afgesloten worden met een korte discussie rond: Wat weten we nu al over antibiotica

Engage
Activiteit 1
Activiteit 2
Explore
Explain
Elaborate
Evaluate
Einde
 
       

 

CIPsEU Deze leermiddelen zijn gemaakt door het IMPULS project, gefinanceerd door het ministerie van OCW (referentie 900569), en ook met behulp van het DUDOC programma van platform bètatechniek.