Technology-rich innovation in schools

powered bypowered by ods

a resource for European schools
... inhoud zoek |publicaties | team |

Wat is hier te vinden?
Leermiddelen voor bètavakverneiuwing


Nu werkt alleen scheikunde (hieronder, klik op de tekst, 'scheikunde')
(dit later omzetten in mooi plaatje met zowel ons visie als alle vakken)

We ontwikkelen leermiddelen voor de volgende vakken: natuurkunde, scheikunde, wiskunde, informatica & NLT. Deze materialen zijn nu nog in ontwikkeling. In de toekomst treft u hier een overzicht van ons modules. Maar nu geven we enkele voorbeelden:

  • Natuurkunde: Bij quantum fysica kunnen leerlingen aan de hand van dansende druppels (‘walkers’) zelf een vorm van golf-deeltje dualiteit onderzoeken.
  • Scheikunde: Voor nano fabrication kan gedacht worden aan het door leerlingen ontwerpen van macro-moleculen die bij toepassing bepaalde specifieke eigenschappen opleveren.
  • Wiskunde: Leerlingen gaan zelf aan de slag met wachtrijen en ontdekken zo hoe files ontstaan, of hoe wachttijden bij ziekenhuizen kunnen worden aangepakt, en ondertussen leren ze hoe je dat kan structureren.
  • Informatica: Bij sociale robotica gaat het over de eigenschappen van een ‘goed gesprek’ met een robot (mens-machine interactie).
  • NLT: Zelf je lab on a chip ontwerpen leert je veel over transport, scheiding en menging van microfluidica, maar ook over ontwerpstappen. Elke set materialen is ook geschikt voor gebruik op laptop of tablet.

De layout van deze site is geoptimiliseerd om op consistente wijze geformateerd te zijn voor computer, tablet en A4.

Kenmerken
Varieteit met coherentie
Uitgangspunten
Vernieuwing, samenwerking, nieuwe docenten, excellente docenten
Context
UT onderzoek, partners, studenten, gescheidenis
Werkwijze
Ontwerpgericht onderzoek, lesson study, methodologisch sterk
   

Kenmerken IMPULS leermiddelen
Coherentie over diverse vakken, contexten, en niveau's

  • Hedendagse wetenschappelijkke onderzoek dient als context voor conceptueel ontwikkeling
  • Zijn gebasseerd op het 5-E model voor leren in de bètavakken (engage, explore, explain, elaborate, evaluate)
  • Gaan uit van VWO examenprogrammaeisen
  • Bieden steun voor zowel leerkrachten als leerlingen
  • Zijn ontwikkeld door teams van ELAN medewerkers, samen met onderzoeksgroepen, bètastudenten en ervaren docenten

Uitgangspunten
Vakinhoudelijke vernieuwing als context voor bètadidactisch onderzoek
Vakinhoudelijke en vakdidactische vernieuwingen in de bètavakken moeten worden voortgezet. Met IMPULS willen we het leren van concepten en kernbegrippen integreren met wetenschapscontexten. We onderzoeken of en hoe dit kan worden gerealiseerd uitgaand van relatief complexe contexten.

Samenwerking
Bètadidactiek kan worden verbeterd door de samenwerking tussen scholen, lerarenopleiding ELAN en bèta-onderzoeksgroepen te versterken. Effectieve samenwerking brengt expertise uit bèta-onderzoek, vakdidactische expertise en onderwijspraktijkervaring bij elkaar. Hierbij spelen de bèta-faculteiten een centrale rol, met voor IMPULS de UT-faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) als aanspreekpunt.

Aanstaande docenten
Studenten en promovendi kunnen interesse voor het docentschap ontdekken, door al tijdens hun opleiding/promotie in aanraking te komen met het onderwijs. In combinatie met de educatieve minor ontstaan zo nieuwe routes richting het docentschap.  

Bètadocenten
Vernieuwende leermaterialen voor gebruik in de klas, ontwikkeld op basis van resultaten van hedendaags onderzoek worden aangepast en geïmplementeerd door bètadocenten. Door zelf actief betrokken te zijn bij de ontwikkeling van de leermaterialen versterken zij de eigen vakdidactische expertise.

Context
Hedendaags bètaonderzoek
Er is in Nederland nog weinig onderzoek naar bètavakvernieuwingen verricht waarin hedendaags bètaonderzoek wordt ingezet om bètavakken in het vo te vernieuwen. De bètadidactische uitdaging zit vooral in de keuze van de onderwerpen, het destilleren van de kern van elke context, en het op een voor vo-leerlingen aansprekende manier vertalen van de vakinhoud naar het niveau van het vo. Daarbij moeten karakteristieke denk- en werkwijzen uit de wiskunde, informatica en natuurwetenschappen voor leerlingen duidelijk worden en leerlingen inspireren.

Regionale partners
De regionale samenwerking tussen de Universiteit Twente en scholen is sterk. De Academische Opleidingsschool Oost Nederland (AOSON) en andere scholen in de regio zullen bij de uitvoering van IMPULS onze partners zijn. Met deze partners is besloten om tot een Academische Werkplaats te komen voor onderwijsonderzoek. Hierbij wordt expliciet voor een bèta-techniek profiel gekozen.

Studenten
Bètastudenten van de Universiteit Twente kunnen leermaterialen vernieuwen in het kader van hun bachelor- of masteropdracht. Ook kunnen studenten dit naast hun studie doen als bijbaan. Ook studenten in de MSc ILO en EST kunnen hier onderzoek naar doen.

Track record
ELAN en collega-vakgroepen hebben rijke ervaring met het ontwikkelen van bèta-lesmateriaal voor het voortgezet onderwijs. Dit maakt een snelle start mogelijk. Naast onderzoek naar de wenselijke kenmerken van lesmateriaal en de effecten op het leren van leerlingen, is daarbij veel ervaring opgedaan met Docent Ontwikkel Teams (DOTs) en Datateams waarin vo-docenten participeren.

Werkwijze
Voor vijf bètaschoolvakken ontwikkelt ELAN samen met onderzoeksgroepen, bètastudenten en ervaren docenten nieuw lesmateriaal. Elke ontwikkelgroep bestaat uit vier bètastudenten/promovendi, een vakdidacticus, vier ervaren docenten en een medewerker uit de bèta-onderzoeksgroep. Uitgaande van een actueel onderzoeksthema, ontwikkelt elke groep leermateriaal voor het vwo.

De studenten/promovendi werken met de vo-docenten aan het ontwikkelen van het materiaal. De vo- docenten bewaken daarbij het niveau en de afstemming met het examenprogramma. Per schoolvak zal één vo-docent als coördinator worden gefaciliteerd. De medewerker uit de onderzoeksgroep waarborgt de inhoudelijke kwaliteit. De vakdidacticus reikt relevante vakdidactische expertise aan, begeleidt de lesson study naar het gebruik van het materiaal in de klas en evalueert de desbetreffende case. De projectleider borgt de samenwerking en trekt met de andere onderzoekers conclusies op basis van overeenkomsten en verschillen tussen de cases.

Bij elke set leermaterialen zal worden vastgesteld welke kernbegrippen aan de orde komen en hoe dit door docenten op een activerende wijze kan worden vormgegeven.Via enkele ontwerpcycli met evaluaties wordt een eerste versie van het leermateriaal gemaakt, dat in de klas wordt uitgeprobeerd. Lesson Study wordt o.a. ingezet om de materialen te optimaliseren naar aanleiding van observaties van het gebruik en de effecten van het materiaal tijdens lessen. Hierbij ligt de focus op de leeractiviteiten van de leerlingen. Revisies worden gedaan worden door de bètastudenten, vo-docenten, of docenten-in-opleiding. Bestaande Docent Ontwikkel Teams (DOTs) participeren als klankbordgroep en zijn ook betrokken zijn bij de revisies.

       

CIPsEU

Deze leermiddelen zijn gemaakt door het IMPULS project, gefinanceerd door het ministerie van OCW (referentie 900569), en ook met behulp van het DUDOC programma van platform bètatechniek.